Hatiora herminiae
(CPorto&Cast)Barth


◊ Bradleya 5:100 (1987)
◊◊ Hariota herminiae CPorto&Cast - Rodriguésia 14:353 (1941)
Hatiora herminiae Backbg nom. inval. - Backeberg 2:710" (1959)

- Kleine struik, rechtop of hangend, tot 30 cm lang. Stam verhout, met grijze schors. Vertakking gevorkt of in kransen. Leden cilindrisch, boven iets verdikt, aan de top met fijn grijs vilt, mat donkergroen. Enige kleine laterale areolen, schubjes en 1-2 nietige doorntjes. Bloem 2 cm lang, 2,5 cm doorsnede. Ovarium kegelvormig, 5 mm lang, 6 mm doorsnede, lichtgroen, rond, met 2-3 groene schubben. Buitenste bloembladeren magenta. Binnenste bloembladeren magenta met oranje punt. Meeldraden lichtroze, helmknoppen geel. Stijl roze, stempels geel. Vrucht olijfgroen, met bloemresten aan de top, 8 mm lang, 5 mm doorsnede, apicaal openend. Zaad vlak ovaal, 0,75 mm, kastanjebruin.

- Brazilië: São Paulo (T: Campos do Jordão, 1600-1700 m), Minas Gerais, tot 2000 m.

Backeberg 2:710
Epiphytes 8-29:14"; 11-44:106"
Bradleya 5:100"; 13:71", 74
KuaS 47(4):73", 75; 50(10):245"
NCL 139"
EPIG 65:26-29"