Rhipsalis pacheco-leonis ssp catenulata
(Kimn)Barth&Taylor
◊ Bradleya 13:59 (1995)
◊◊ Rhipsalis paradoxa catenulata Kimn - CSJ(USA) 64:91 (1992)
- Tot 1,2 m lang of langer. Leden in groepen van 2-6, 15-100 cm lang of
langer, 5-7 mm doorsnede, met ruw uitziend licht- tot geelgroen oppervlak.
Leden met 3-5 ribben, waarbij de podaria afwisselende vlakken van 15-25 mm
lang vormen. Areolen met wat wol, bij bloei enigszins verzonken. Doorns tot
3, 0,5-2 mm lang. Bloem lateraal, door de epidermis brekend, 6-8 mm lang, 7-9
mm breed, rozecrème. Meeldraden en stamper crème. Vrucht tot aan rijping in
epidermis verzonken, 5 mm lang en breed, witachtig met donkerroze aan de top,
doorschijnend. Zaad zwart.
- Brazilië: Domingos Martins (Espírito Santo), Nova Friburgo (Rio de Janeiro), in mata Atlântica.
NCL 256"
CEB 215, 232''
Succulenta 97(2):164", 165, (5):226
Rodriguésia 71 (2020)
◊ Bradleya 13:59 (1995)
◊◊ Rhipsalis paradoxa catenulata Kimn - CSJ(USA) 64:91 (1992)
- Tot 1,2 m lang of langer. Leden in groepen van 2-6, 15-100 cm lang of
langer, 5-7 mm doorsnede, met ruw uitziend licht- tot geelgroen oppervlak.
Leden met 3-5 ribben, waarbij de podaria afwisselende vlakken van 15-25 mm
lang vormen. Areolen met wat wol, bij bloei enigszins verzonken. Doorns tot
3, 0,5-2 mm lang. Bloem lateraal, door de epidermis brekend, 6-8 mm lang, 7-9
mm breed, rozecrème. Meeldraden en stamper crème. Vrucht tot aan rijping in
epidermis verzonken, 5 mm lang en breed, witachtig met donkerroze aan de top,
doorschijnend. Zaad zwart.
- Brazilië: Domingos Martins (Espírito Santo), Nova Friburgo (Rio de Janeiro), in mata Atlântica.
NCL 256"
CEB 215, 232''
Succulenta 97(2):164", 165, (5):226
Rodriguésia 71 (2020)